Terugblik inspiratiesessie Bereik NT1-ers: ‘Praat niet over ons, maar praat met ons!’
In Nederland hebben veel mensen boven de 18 jaar moeite met lezen, schrijven, rekenen en/of digitale vaardigheden. Bibliotheken proberen hen verder te helpen met bijvoorbeeld cursussen. Maar die stap blijkt voor mensen soms lastig. Wie is die Nederlandstalige laaggeletterde (NT1’er) eigenlijk? Waar vinden we ze en hoe kunnen we ze bereiken? Daarover organiseerde Biblionet Drenthe op maandagochtend 23 mei een inspiratiesessie in Bibliotheek Hoogeveen.
Froukje Stuursma, adviseur basisvaardigheden bij Biblionet Drenthe, opent de sessie met een vragenrondje: wie zitten er allemaal in de zaal? We blijken een redelijk sportieve groep met zowel geboren en getogen Drenten als import-Drenten. En niet alleen de bibliotheken zijn aanwezig, de deelnemers komen uit verschillende werkvelden. Zo zijn ook zorg en welzijn vertegenwoordigd. Een mooie mix, die aangeeft dat dit een onderwerp is dat voor veel mensen speelt. Ons gezamenlijk doel is om elkaar te inspireren in werkwijzen in het bereiken van een lastige doelgroep, de NT1’ers.
Na de opwarmronde is het tijd om te inventariseren wat we komen halen vandaag. Wat overheerst zijn termen als: bereiken, binden, verbinden en motiveren. Een ander gegeven waar consensus over lijkt te zijn, is dat het bereiken van de NT1’er tijd kost, heel veel tijd.
Van laaggeletterd naar geletterd
Dan is het moment aangebroken om de inhoud in te gaan. Annet Hofstra, coördinator van het Taalhuis Hoogeveen, neemt ons mee in de feiten. De reden waarom we samen zijn gekomen, zijn de 2.500.000 laaggeletterden in Nederland. Van deze groep is 2/3 deel van Nederlandse afkomst. Maar, hoe word je laaggeletterd? En hoe word je dan geletterd? Dit is het teken voor Marchien Brinksma om naar voren te komen. Marchien is ervaringsdeskundige en Taalambassadeur bij stichting ABC en vertelt over het pad dat zij de afgelopen 16 jaar heeft bewandeld.
Marchien is haar leven lang laaggeletterd, maar heeft dit zelf nooit als probleem ervaren. Op het moment dat zij kinderen kreeg, besefte ze pas dat ze laaggeletterd was. Namen en geboortekaartjes leverden problemen op. Op haar 41e durft badjuf Marchien voor het eerst openlijk tegen iemand te vertellen dat ze wil leren lezen en schrijven: haar werkgever. Dit moment zal haar leven blijvend veranderen. Ze leert lezen en schrijven en is trots, maar loopt nog altijd tegen problemen aan. Letters kennen zoveel verschijningsvormen, dat het lezen van een boek of krant lang onmogelijk blijft. Toch zet ze door. Inmiddels volgt Marchien ook digi-cursussen en geeft ze zelfs online presentaties.
Wiens probleem?
Het laaggeletterd zijn, was voor Marchien nooit een punt. Ze heeft haar leven ernaar ingericht. Assertief als ze is, neemt ze graag de leiding om zo taken te verdelen en zichzelf de klussen te gunnen waarbij lezen en schrijven niet aan de orde zijn. Dit toont tevens aan dat het heel lastig is de doelgroep te herkennen. Ze weten het goed te verbergen en vinden zelf meer dan eens dat ze geen probleem hebben. De vraagt rijst wie er nu precies een probleem heeft… Marchien roept ons op: ‘Praat niet over ons, maar praat met ons’.
Marchien heeft haar laaggeletterdheid omgezet in iets heel moois. Als Taalambassadeur zet zij zich in om aandacht te vragen voor laaggeletterdheid in het hele land. Als ambassadeur is ze zo inspirerend dat ze is genomineerd voor de Taalheldenprijs, in de categorie cursist. Stemmen kan op www.taalheld.nl of met een kaartje per post.
500 cursisten
Na een verandering van opstelling in de zaal, is het tijd voor het verhaal van Joep Derkx. Joep is werkzaam voor Rozet in Arnhem. Met vallen en opstaan probeert hij al enige jaren voor deze organisatie de NT1’er te bereiken. Dit bleek direct na de start al heel lastig te zijn. Zijn ambitie om in zijn eerste jaar 500 en het volgende jaar 1000 cursisten aan te leveren was wat naïef en in praktijk totaal onhaalbaar.
Wat wel succes oogstte, was het aanbod van cursussen gericht op interesses of hobby’s. Zo was er een serie kooklessen waarin de deelnemers samen kookten, maar tegelijk leerden budgetteren en ook ingrediënten van producten kwamen aan bod. Op een indirecte, maar effectieve manier kwam taal aan bod. Bij Joep deed dit het lampje branden dat taal geen onderwerp of doel op zich is. Taal is een middel. Die benaderingswijze brengt je verder en verlaagt de drempel voor mensen. Een kookles ligt dichtbij de interesses van de deelnemers en dat biedt ingang om ook taal een plekje te geven.
Vraaggericht werken
De kookcursus bleek een schot in de roos, maar dit aanbodgerichte werken minder. Het is beter vraaggericht te gaan werken. Om erachter te komen wat de vraag precies is, ging Rozet de samenwerking aan met werkgevers. Veel NT1’ers hebben gewoon een baan, en dat maakt bedrijven een goede vindplek. Het vinden van werkgevers is een tijdrovende klus, maar inmiddels heeft Joep ervaring opgedaan bij een kringloop en werkt hij nu bij een schoonmaakbedrijf.
Door mee te werken met de mensen binnen een organisatie, bouwt Joep een band met ze op, wint hij vertrouwen, krijgt de kans tot observeren en garandeert een persoonlijke benadering. Gelijkwaardigheid staat binnen zijn aanpak voorop. Vanuit daaruit ontstaat het gesprek en kan Joep inventariseren waar behoeftes liggen van mensen. Wat willen ze leren of wat is hun droom? Daarmee kan hij samen met de werkgever aan de slag. In het geval van de kringloop is er een digitaal spreekuur op poten gezet waar werknemers, maar eigenlijk iedereen, terecht kan met al zijn/haar vragen.
De zelfbenoemde valkuil van Joep is het willen zoeken naar een probleem dat hij komt oplossen. Dat werkt averechts. Praat liever over leervragen of dromen. Het pad van Joep is er één van pionieren. Met vallen en opstaan behaalt hij voor Rozet succes in het benaderen van de NT1’er. Er wordt driftig meegeschreven met zijn geleerde lessen en tijdens de lunch worden er met een broodje in de hand ook nog volop tips uitgewisseld.
Inzichten
De inspiratiesessie heeft veel inzichten opgeleverd. Met het verhaal van Annet en Marchien hebben we een beeld gekregen van wie de NT1’er is. Deze mensen zijn overal en draaien vaak gewoon mee op de arbeidsmarkt. In hun werk hebben ze manieren gevonden om met de laaggeletterdheid om te gaan. Dat maakt het lastig om ze te bereiken. Want wie heeft hier nou een probleem?
Van Joep leren we dat een persoonlijke benadering voorop staat. Gelijkwaardigheid en vertrouwen creëren een goede basis om vanuit te gaan werken. Maar de bieb is daarvoor misschien wel helemaal niet zo’n laagdrempelige plek. Ga daarom met de mensen in gesprek: wat past bij ze en wat zouden ze willen? Bedenk het niet zelf, maar samen. Om in de woorden van Marchien te blijven: praat met ons, niet over ons.